• Evenement: Crossing Border
  • Editie: nr17, 2009
  • Datum: 22/11/2009
  • Dagverslag 5: Zondag in Antwerpen
  • Datum bespreking: 24 November 2009

Crossing Border - the Antwerp edition


Crossing Border ging dit weekend letterlijk de grens over naar Antwerpen. de Recensent stuurde dichter en Kluger Hans-redacteur (en tevens oud-deRecensent-redacteur) Olaf Risee en fotograaf Jan Houcque op pad...

"Het is vandaag een beetje de herovering van Nederland op België," opende presentator Stijn Vranken de allereerste Antwerpse editie van Crossing Border. De Arenbergschouwburg was de druk bezochte lokatie (het festival was uitverkocht) waar tout hip Antwerpen e.o. zijn/haar cultuur-geïnteresseerde gezichtje liet zien om een eclectische mix van literatuur, muziek en film gewaar te worden. Wat bezoekersaantallen betreft dus alvast een groot succes, met als nadeel dat het soms wel erg lang wachten was aan de bar op een pintje en de cake met kokos, walnoten en honing reeds om 21 uur uitverkocht bleek te zijn.

Literair lekkers was er rond dat tijdstip wel te vinden in The Hideout-zaal waar de Amerikaanse Jay McInerney, auteur van het geweldige boek Bright lights, big city, geïnterviewd werd. Een gesprek dat zich met name focuste op de non-fictie in de fictie. De interviewer maakte er bijkans een spelletje 'Wat is waar?' van. McInerney - qua uiterlijk een grijze muis, type schoolmeester - wist boeiend te vertellen over het trendy New York van de begin jaren ’80 (“The era of the funny clothes.”) toen men cocaïne nog voor een onschuldig genotsmiddel hield en aids nog een ziekte zonder naam was. “I guess half of that generation was killed by cocaine or aids.”

McInerney zei niet te geloven dat drugs je een betere schrijver maken. Wanneer hij vroeger zelf cocaïne gebruikte wilde hij enkel telefoneren en seks hebben en dan nog eens telefoneren en seks hebben. Idem dito voor alcohol, hoewel hij, moest hij toegeven, soms na het nuttigen van enkele glazen wijn, wel eens tot nieuwe, bruikbare inzichten komt voor een verhaal.

Meer literatuur, ditmaal van Italiaanse afkomst, kwam van Sandro Veronesi , die momenteel zowel commercieel als artistiek hoge toppen scheert met zijn roman Kalme chaos. Een gesprek over onder meer het fenomeen liegen: "Everybody lies all the time." Dat liegen begint volgens Veronesi al in je kindertijd, wanneer je ouders het leven dat ze hadden vóór je geboorte altijd geromantiseerd weergeven. Liegen als overlevingsstrategie - de schrijver deed geen enkele moeite het stereotype van de onbetrouwbare Italiaanse man te weerleggen. Of hij nu tijdens het interview soms ook loog, wilde de interviewer weten. "Of course, I'm talking about myself, I'm protecting myself." Maar hij vond dan wel weer dat hij minder liegt dan andere mensen: "I don't lie that much." Maar dat was wellicht een leugen...

Naast literatuur uiteraard ook veel muziek op Crossing Border. Bij de twee-en-half uur durende show van Monsters of Folk kwamen veel bezoekers niet meer binnen, maar eerder die dag kon men al een flinke portie folk van The Low Anthem incasseren. Vier muzikanten die met ogenschijnlijke nonchalance van instrumenten wisselden, tot een zingende zaag aan toe. Veel breekbare liedjes van hun recente album Oh my God, Charlie Darwin. Sfeervol. Dat de contrabas het op enig moment wat liet afweten, deed daaraan niets af. 'Now the kitchen is empty and the dishwater's cold / The newspaper on the table is three days old / I've read every book on the living room shelf / I'm losing my mind in this goddamn house'.

Als er iemand zijn mind aan het losen was, in de prettige betekenis van het woord, dan toch Patrick Watson. Samen met The Wooden Arms bracht hij in La Zona Rosa, de grote zaal van de Arenbergschouwburg, een ronduit muzikaal spektakel. Watson met stemvervormer, Watson met megafoon, Watson zonder versterking a capella, Watson met z'n knietjes over elkaar achter de piano. Soms intiem (The great escape), soms bombastisch, bij enkele nummers uitgebreid met een vierkoppige strijkerensemble. Patrick Watson is een performer pur sang. Altijd fascinerend om te horen en te zien.

“Laura Marling is een heel mooi meisje.”, scandeerde dichter Maarten Inghels enthousiast door de lobby. Op naar Laura Marling dus. Cultuur is mooi, maar een lekker wijf is nóg mooier. Daar doet uw recensent niet flauw over. Het viel wat tegen. Marling is inderdaad een leuke verschijning, maar haar artistieke prestaties zijn van het type duizend-in-een-dozijn: gitaartje, breekbaar stemmetje, gevoelig liedjes. In dit geval ook nog ‘s weinig verrassend aangevuld met een mevrouw op een cello-achtig ding. Been there, done that. Inghels mag haar hebben.

Voor het optreden van Marling las een zekere Tim Foncke, door presentator Vitalski aangekondigd als een groot talent, voor uit eigen werk. Verhaaltjes over treetjes Hoegaarden bij het tankstation. Over de GB (de Vlaamse supermarkt) waar hij gewerkt heeft. Over een brief aan Elsje die op de zuivelafdeling werkte in de GB. Er was sprake van aftrekken. En later natuurlijk nog een keer. Enfin, het soort nikserige verhaaltjes waar Herman Brusselmans al jaren het patent op heeft. Boekjes voor mensjes die dolgraag op verjaardagjes willen vertellen dat ze ook heus wel eens een boek lezen. Het soort 'humor' dat in Vlaanderen al decennialang gedicteerd wordt door Guy Mortier (voormalig hoofdredacteur van het slaapverwekkend voorspelbare blaadje Humo).

Als Foncke een groot talent is, dan is Jan Peter Balkenende de eerste voorzitter van de Europese Unie. Serieus, van dat soort verhaaltjes poept zelfs haiku-dichter Herman van Rompuy er, als hij wil, drie per dag uit. En dan stinkt het nog harder ook. Foncke is geen talent, Foncke is op z'n best het marginale, zwakzinnige neefje van Brusselmans. Hier past enkel barmhartigheid en een structurele werkeloosheidsuitkering, geen verering.

De hamvraag is natuurlijk: volgend jaar weer een Antwerpse Crossing Border? Wel, Crossing Border - the Antwerp edition was al bij al mooi, sfeervol en gevarieerd, dus driewerf JA! - laat de Hollanders tot ons komen!

Tekst: Olaf Risee
Copyright foto's: Jan Houcque