Heeft het nog zin een stuk als 'Wie is er bang voor Virginia Woolf?' opnieuw te gaan zien? Ik meen van wel. Hoewel de rauwe stem van Kitty Jansen in de opvoering met André van den Heuvel nog in mijn oren naklinkt en de filmversie met Elisabeth Taylor en Richard Burton regelmatig op een van de zenders wordt vertoond, loont de huidige toneelversie alleszins een theaterbezoek. Dit stuk heeft de kracht om de kijker in elke fase van zijn leven met een ander facet aan te raken. Dit keer werd ik getroffen door de onmogelijkheid van Martha en George om elkaar te bereiken.
Hoewel Will van Kralingen en Edwin de Vries als Martha en George alle middelen in de strijd gooien, smijten ze dát, wat ze het liefst willen, weg zodra het in zicht dreigt te komen. Contact hebben, je kwetsbaar opstellen, het is té beangstigend. De spiegel die zij het publiek voorhouden is glashelder. De tekst van Cooth van Doesburg is sprankelend en hedendaags. Zowel Will van Kralingen als Edwin de Vries slagen erin om hun teksten de ambiguïteit mee te geven die auteur Edward Albee er in gestopt heeft. In de (goed te missen) inleiding noemt Marijon Luitjes de voorstelling een echtelijk toernooi. Dat is het ook, maar niet alleen dat.
Tijdens de avond bij Martha en George is het publiek getuige van een desperate poging van twee mensen om contact te krijgen. Het is een typisch geval van niet mét en niet zonder elkaar kunnen. Want ze houden van elkaar. En ze kennen elkaar door en door. Het is met die kennis dat ze elkaar bijna letterlijk afmaken. Want de huwelijksjaren hebben voor beiden bittere teleurstelling opgeleverd. Geen van beiden heeft voldaan aan de verwachtingen van de ander. Martha dacht een krachtig persoon te trouwen, iemand die na verloop van tijd haar pappie's universiteit zou kunnen leiden. Niets is minder waar. Ze verwijt George dat hij een slappe klootzak is. Maar wie zou het ooit kunnen halen bij het ideaalbeeld van Martha's pappie, die ze verafgoodt en onwezenlijk uitvergroot.
Ook George voelt zich bedrogen. Martha heeft hem immers niet om hemzelf gewild, maar omdat ze hem iemand zag, waarmee ze haar pappie kon plezieren. Dat hij niet kan zijn, wie zij hem verlangt te zijn, maakt hem in meerdere opzichten impotent, waardoor hij nóg minder de man is die hij zou willen zijn. In de figuur van George ligt een parallel met Albee zelf. Als baby werd de schrijver geadopteerd door twee mensen die hem nauwelijks liefde of aandacht gaven. Als kind ervoer Albee dat als een terechte onthouding: het lag aan hem, hij was een 'miskoop'.
Schrijnend, ontluisterend maar oh zo herkenbaar zijn de meedogenloze dialogen in 'Who's afraid of Virgina Woolf?' Marijon Luijtens vertelde in de inleiding dat de schrijver de titel ergens op een schutting had zien staan. Oorspronkelijk zou hij het stuk 'Excorcism' hebben genoemd. Die keuze van Albee is niet willekeurig. Virginia Woolf was een schrijfster die gevreesd werd vanwege haar scherpe pen. Daarnaast getuigen haar dagboeken van haar immense onzekerheid, die haar uiteindelijk tot zelfmoord dreef.
Ook Martha is onzeker, al doet ze nog zo haar best om dat te verdoezelen. Will van Kralingen speelt Martha als een dominante maar tegelijk ook amusante vrouw. Uitdagend is ze als ze aan de winnende hand is, een pruilend meisje als ze terrein verliest. In vuurrode jurk met dansende krullen die in de loop van de avond steeds verder uitzakken, houdt ze zich vast aan de illusie van 'hun' kind. Het laatste wat hun huwelijk bijeenhoudt. Steeds weer prikkelt ze George om in zijn kracht te gaan staan, maar tegelijk is ze bang voor die kracht, want dat zou betekenen dat ze haar macht zou verliezen. In het begin lijkt Martha de sterkste, maar als George aan het einde hun fantasiekind opoffert in een ultieme poging Martha te bereiken, kan de kijker niet ontkennen dat het tweetal niet in wreedheid voor elkaar onderdoet.
Magnifiek is ook het spel van de twee jonge tegenspelers. Tjitske Reidinga speelt Honey als een onnozel vrouwtje en doet dat zeer overtuigend. In de loop van het stuk dringen er toch wat waarheden tot haar door, waarvoor zij opzettelijk en openlijk de ogen sluit. De vraag is voor hoelang. Tjebbo Gerritsma imponeert door zijn weerwerk aan zowel Martha als George. Net als zijn ervaren tegenspelers is ook hij in staat in elke zin de dubbele bodem te leggen die er in zit. De twee tegenstanders zijn onontbeerlijk 'publiek' voor de strijd die tussen Martha en George woedt, geregisseerd door het echtpaar jagen zij de emoties tot onaanvaardbare hoogtes op en zien vervolgens onthutst toe wat ze aangericht hebben.
Marjon Sarneel