Een halve meter punkbehang
|
Ach, wat is tegenwoordig hip? Retro garage, Commerciële punkpop? White Stripes, Strokes, Avril Lavigne, Direct en Bad Candy? Pure punkers verbazen zich er wel eens over hoe punk zo’n commercieel product heeft kunnen worden. Maar ze zijn vergeten dat de initiator van de Sex Pistols een handige manager en middenstander was. Punk was vanaf het moment dat winkelier Malcolm McLaren zijn vaste klant Johnny Rotten contracteerde al geconstrueerde slim verpakte woede. Na dit cynische intro kan ik makkelijk overstappen naar de minder hippe punk van harde werkers. Want er zijn nog zat gasten die vanuit hun liefde voor punkrock een bandje beginnen. Zoals de bandjes uit de stal van Epitaph (NOFX, Pennywise, Rancid). In Nederland heb je oudere bands als de Heideroosjes, I against I, NRA, The Donnas en uit de nieuwe eeuw The Riplets, The Groovie Ghoulies en The Apers. En dan ben ik waar ik wezen moet. Tussen de jarretels The Apers komen met hun tweede plaat op het vaderlandse punklabel Stardumb. De Rotterdamse band bestaat enkele jaren en heeft ondertussen naam gemaakt. Ze toeren geregeld in Nederland maar ook in Engeland en de States. Tussendoor zagen ze nog tijd om hun tweede plaat af te leveren. Buzz Electric heeft een verschrikkelijk hoes; door de benen van een bejarretelde dame zien we gitarist Jerry Hormone in leren jack. Wat een afgrijselijk rockcliché. Had tenminste de dame nog punkrockgympen aangedaan, was jullie sponsor ook weer blij. ’T is maar een liedje The Apers maken punkrock in een basisbezetting van drums (Ivo Backbreaker), bas en twee gitaren. Bassist en zanger Kevin Aper schrijft samen met gitarist Marien Nicotine alle songs. Simpele liedjes met veel ruige gitaren en af en toe een tweede zanger. Niet gestroomlijnd, dus niet hip. Niet rommelig, dus niet slecht. Niet experimenteel, dus niet up to date. Kortom degelijk werk, met het gevaar van verveling. Punk als behang, het kan. Wall of sound Voor ik met deze dooddoener (’t is maar een liedje) mijn hele recensie naar de maan help, kondigt het verschil zich al in de tweede song aan. Raggende gitaren, weinig tekst en veel herhaling. A brand new day is het begin van het behang. Zo volgen er meer songs (Play the leading part, Lillian) die behoorlijk op elkaar lijken, maar toch voor een lekkere springerige achtergrondpunk zorgen. It seems they’re taking over, I don’t tink they staned a change (Too many backpacks at the show) Niets meer, niets minder In drie van de 12 songs zit zowaar een thema. Play the leading part, You’re a star (You will shine again someday) en Almost summer zijn alledrie opbeurende songs voor treurige punkrockertjes. Een sympathieke opvatting van The Apers om hun doelgroep een hart onder de riem te steken, ware het niet dat het in twee van de drie gevallen een zouteloze song oplevert. Do you ever get the feeling that you’re a loser (Almost summer) The Apers hebben met Buzz Electric hun geluidsmuur afwisselend behangen. De uitschieters zijn in de meerderheid. Het zijn geen hippe punkpoppers, maar gewoon vier hardwerkende jongens die in 12 x 3 minuten pure punkrock brengen. |