Ik, Michael Tedja
|
Michael Tedja is één van de belangrijkste jonge beeldende kunstenaars van dit land. Ondanks dat galerieën en musea open staan voor zijn schilderijen en sculpturen, kan hij zijn ei nog niet genoeg kwijt en komt daarom met een boek. Het verschijnsel dubbeltalent is Nederland niet vreemd, onder andere Lucebert, Jan Wolkers, Jan Cremer en Armando gingen Tedja voor. Michael Tedja (1971) is duidelijk een jong kunstenaar, maar toch heeft hij wel wat met deze oude mannen. Michael Tedja’s hoofdpersoon in A.U.T.O.B.I.O.G.R.A.F.I.E. heet Hermanus Frietpot en maakt de dingen mee, die nodig zijn om een goed kunstenaar te worden. Zijn ouders scheiden, hij raakt eens van het rechte pad, wordt van school getrapt, neemt meisjes en drugs tot zich tijdens de kunstacademie en zijn moeder sterft. Daarnaast heeft hij de nodige conflicten met de gevestigde orde over kunst en cultuur. Meer verhaal valt er in Tedja’s debuut niet te halen. Tedja brengt dat verhaal wel op een gevarieerde wijze. Dan weer is Hermanus een schelm, zoals Jan Cremer zich ook voordeed, dan weer duikt Tedja in zijn gedachten om meer introspectief te werk te gaan. De stukken over cultuur (Tedja en Hermanus zijn beiden van Surinaamse afkomst) en kunst (high & low, postpostpostmodern, alles komt voorbij) zijn los opgezette essays waar de schelm af en toe doorheen schmiert. Juist doordat Tedja van stijl verandert en onzinnige voorvallen met zinnige gedachten mixt, weet A.U.T.O.B.I.O.G.R.A.F.I.E. te overtuigen. Naast het verhaal en de stijl van dat verhaal is er in Michael Tedja’s boek nog veel meer te genieten. Literaire citaten, een tekenopdracht, krantenknipsels, een brief aan de koningin, een complete onderbouwing van Tedja’s Holarium kunstwerk, gedichten, interviews met de kunstenaar, schijnbaar losstaande korte verhalen, woordspelletjes en vormspelletjes (de invloed van Paul van Ostayen en Bert Schierbeek herken je in een oogopslag). Natuurlijk toont het boek ook enkele afbeeldingen, al had Tedja wel wat meer van zijn eigen kunst mogen laten zien. Maar daarvoor moeten we natuurlijk nog steeds naar de musea. Wij zitten hier bij Radio Fluit aan een tafel in een studio. […] Hermanus Frietpot heeft een stapel papier meegenomen. Die heeft hij in z’n geheel om zich heen uitgespreid. En zodra het voor je lag leek je je meer te gaan ontspannen en zei je: (Uit: Het Holarium, deel 1, Interview door een zachtaardige legbatterijkip) Het is heel makkelijk om dit boek als een allegaartje of een zooitje af te doen. De gemiddelde lezer van romans zal dat ook doen en niet veel verder komen dan het mooie omslag in de boekhandel bekijken. Voor de liefhebbers van experimentele romans (als die nog bestaan), is A.U.T.O.B.I.O.G.R.A.F.I.E. |