De vierkante Steinz
en de ongelezen boekenberg |
In mijn boekenkasten staan zo’n 1500 al dan niet vergeelde ruggetjes. Die boeken heb ik allemaal wel eens opengeslagen. Het aantal geheel gelezen titels is echter een stuk kleiner. De schatting, volgens de meest optimistische lezer in mij, staat op zo’n 900. Van de groep ongelezen boeken zijn er minstens honderd niet interessant. Aan die pentapockets ga ik alleen al om de kaften nooit meer beginnen en de detectives van haar mag ze zelf oplossen. Wat overblijft is een behoorlijke plank aan meestal tweedehands gekochte boeken die mij verwijtend aankijken. Aan dat tweede deel van Cervantes Don Quichotte durf ik bijvoorbeeld nog steeds niet te beginnen, want dan is dat boek voorgoed uit. Zo staan er nog enkele Reve-klassiekers op mij te wachten en dat boek van Brouwers en die Campert-verhalen. Ik kan dit lijstje met gemak met de halve wereldliteratuur aanvullen; Brink, Kafka, Hrabal, Woolf, Doyle, Auster, etc. Het schuldgevoel dat ongelezen boeken kunnen veroorzaken overschrijdt met gemak schuldgevoelens jegens God of mijn moeder. Die verwijtende ongelezen boekenberg is tevens de oorzaak voor mijn haat/liefde verhouding met boekhandels en bibliotheken.
Pieter Steinz is schrijvend journalist bij het NRC. Voor die krant schreef hij in het vorige seizoen een reeks stukken over wereldliteratuur met handige schema’s erbij. Het afgelopen jaar breidde hij deze schema’s uit met korte bio’s, themalijsten en quizzen. Samengebracht levert dat de Gids voor de wereldliteratuur op onder de noemer Lezen etcetera. In zijn inleiding meldt Steinz dat er vooral in de Angelsaksische landen al diverse wereldomvattende leesgidsen bestaan, waarin echter maar zelden aandacht is voor de Nederlandse literatuur. Steinz vult dit gat in de markt der literatuurvoorlichters met een 400 bladzijden dik boek. Ik verwelkom deze non-fictie over fictie met open armen en doop het De vierkante Steinz en zet het boek bij de naslagwerken over literatuur in mijn kast. Heerlijk dat soort boeken, je kunt ze altijd pakken, maar hoeft ze nooit uit te lezen. Zonder kans op schuldgevoel sla ik het boek open. Eerste lezing Bij de A van Kader Abdollah verwijst Steinz de lezer naar Wolkers’ Oegstgeest. Precies wat je van een gids verwacht; Als je deze schrijver mooi vindt, moet je dat ook eens proberen. De herkenning geeft me een goed gevoel. Abdollah: been there, Wolkers: done that. Maar wat doet Nabokov’s Pnin, onder het bio’tje van Abdollah? Aan Nabokov besteedt Steinz twee hele bladzijden. Naast een bio, wordt zijn bestseller Lolita besproken en staat het boek in een beïnvloedingsschema. Met Lolita in het midden, links geflankeerd door schrijvers/boeken die Nabokov beïnvloedde, zoals de onvermijdelijke Don Quichotte, maar ook Dickens, Kafka en Ulysses. Toch tweeëneenhalf titels van gelezen. Lolita wordt rechts geflankeerd door titels die Steinz aanraadt na het Nimfijnenboek te lezen. Teppers’ De eeuwige jachtvelden vanwege de liefde en incest en de verhalen van Jorge Luis Borges vanwege de vergelijkende fantasie die met de schrijver op de loop gaat. Boven en onder Lolita plaatst Steinz Nabokov’s andere romans, waar ik ook Pnin vind, met drie regels inhoud die mij niet aanzetten tot verder lezen. Dat scheelt weer een titel. Is die Tepper al zo groot, dat hij een apart lemma verdient? Tussen Donna Tartt en William Thackerey is echter nog geen plaats voor de Groninger. Steinz raadt mij Tartt’s The Secret History aan als ‘literaire thriller’. Maar ik raak pas geïnteresseerd bij de frase ‘in traditie van Dostojevski’s Misdaad en straf’. Bij Prestoeplenije i nakazanije zoals de originele titel luidt van deze Russische klassieker ook een schema, waarin ik tot mijn blijdschap Couperus Van oude mensen… ontdek. Na Couperus lees ik in één moeite door over Douglas Coupland, over wie Steinz zich permitteert om naast beschrijvend ook (negatief) beoordelend te schrijven. Misschien dat daardoor ook zijn Generation X het net niet haalde in het themarijtje van Dertien klassieke cultromans. Een rijtje dat goed begint met Huymans’ Au rebours en Thijssen’s Kees de jongen en logisch vervolgt met Kerouac’s On the road en Welsch’ Trainspotting. Reële plaats voor Nederlandse literatuur Dit boek is eenvoudigweg niet van a tot z te lezen. Ik begon bij Abdollah, om al direct de A te verlaten en via de N van Nabokov in het wijde web van de wereldliteratuur te belanden. Zo gaat het nog enkele uren door: ik heb er maar een bloknoot bij gepakt. Waarop het lijstje ‘nog te lezen boeken’ al 37 titels bevat. Dit boek levert alleen maar meer schuldgevoel. Zeker doordat Pieter Steinz in zijn bondige stukken enthousiasmerend schrijft en zich niet beperkt tot inhoudelijke informatie. En omdat al het doorverwijzen naast de broodnodige herkenning ook genoeg relatief onbekende werken oplevert. De schema’s maken inzichtelijk hoe je kruisverbanden kunt maken tussen klassiekers uit diverse eeuwen en belangrijker, uit diverse landen. Want wie komt er op het idee om na Tolkien Tonke Dragt te gaan lezen? En wie verbindt Lindgren’s Karlsson van het dak met Marek van der Jagt en Kees van Kooten? Misschien is dat nog wel de grootste verdienste van De vierkante Steinz. Het boek plaatst de Nederlandse literatuur midden in de wereldliteratuur, iets dat op globaal niveau misschien overdreven is, maar voor de Nederlandse lezer niet meer dan reëel. Diepgravend is het boek niet, het blijft tenslotte een gids, maar het is wel een stuk actueler dan de meeste standaardwerken over de Nederlandse/wereld literatuur. Zo worden bijvoorbeeld Michel Faber, J.K. Rowling, Peter Verhelst en Erwin Mortier al geplaatst in de wereldliteratuur volgens Steinz. Lezen etcetera, Gids voor de wereldliteratuur van Pieter Steinz is het heerlijkste rotboek in jaren. Rot omdat het mijn schuldgevoel aanwakkert, maar heerlijk vanwege de bondigheid, de speelsheid (doe ook die 26 quizzen!), de herkenning en voornamelijk het enthousiasmerend schrijven over literatuur. Lezen, is niet alleen de titel van het boek, maar bovenal een oproep. |