Jan Rot vermaakt Franz Schubert
|
Het gebeurde (niet eens zó lang geleden) in het Concertgebouw in Amsterdam. Zanger Maarten Koningsberger en pianist Roger Braun vertolkten er de beroemde vroeg-19de eeuwse liederencyclus 'Die Winterreise' van Franz Schubert. Volgens Schubert-kenner en prominent journalist wijlen Martin van Amerongen is dit hét requiem aller tijden, vooral voor hen die kerkgebouwen slechts van de buitenkant kennen. Hoewel beide heren toen de spreekwoordelijke engelen van de hemel zongen, zat een manpersoon in de zaal zich ont-zet-tend te ergeren. Het was zanger-schrijver Jan Rot die het maar zozo vond dat ieder lied uit de 24-delige cyclus steevast werd ingeleid, wat tekstinhoud en -betekenis betreft, door een zonder meer goedbedoelende dame. Iedere keer namelijk dat zanger en pianist hun publiek weer met een Schubertiaans muziekjuweel in vervoering hadden gebracht, werd dat klankkristal subiet aan diggelen gesmeten door wéér een Verklaring van wat er daarna ten gehore zou worden gebracht. Dit valt te vergelijken met de ober die tijdens een lekkere maaltijd per gang precies uitlegt wat in al die schaaltjes en schoteltjes zit en hoe het in de keuken was gemaakt. Genieten van het geheel? Een Totaal-Ervaring hebben? Vergeet het maar. "Dit kan anders" dacht Rot en hij besloot de door Franz Schubert tot liederen gemaakte gedichtenreeks van Wilhelm Müller om te zetten in het Nederlands. In deze vorm werden ze door bovengenoemde musici opnieuw uitgevoerd, door het label Brilliant Classics opgenomen en tot cd's geperst en onlangs door drogisterijketen Het Kruidvat in de verkoop gebracht. Het vermaken, het anders-maken van een origineel is in het leven van alledag de gewoonste zaak van de wereld. Denk aan japonnen en jasjes die daardoor een tweede leven kunnen krijgen. In de muziek is het al niet anders. De hele popmuziekproductie bestaat voor meer dan helft - mijn voorzichtige schatting - uit bewerkingen van songs die ooit door een schrijver/musicus (of meer personen) of door een band in zijn geheel (collectief product) waren bedacht. In de klassieke muziek is het in feite ook niet anders. Of beter: is het eeuwenlang niet anders geweest, want het vermaken van andermans of eigen werk tot iets nieuws is onder klassieke componisten-van-nu bepaald niet bon ton. Het heeft te maken denk ik zowel met (begrijpelijke) originaliteitsdrang - iets oorspronkelijks maken is altijd leuker dan in het creatieve vaarwater van een ander te zwemmen - als met gecalculeerd eigenbelang. Wat gelet op de betrekkelijke krappe klassieke muziekmarkt en schaarse auteursrechtcentjes van Buma/Stemra ook niet onbegrijpelijk is. Dat Jan Rot - maker van meestal heel prettig in het gehoor liggende liedteksten (en liedmelodieën!) - zich creatief ontfermd heeft over zo'n klassiek hoogtepunt als Schubert's Winterreise (waarvan tientallen zo niet honderden lp- en cd's bestaan) zal voor klassieke muziekliefhebbers ongetwijfeld moeilijk te verteren zijn. Ten eerste omdat het not-done is om te sleutelen aan monumenten van klassieke muziekkunst: het heet niet voor niets 'klassiek', oftewel van blijvende waarde. Ten tweede omdat iemand 'van buiten' dat heeft gedaan, namelijk een die van de lichte muze afkomstig is: 'snapt-zo-iemand-wel-waar-het-eigenlijk-op-gaat?' etc. En ten derde omdat het wat ongemakkelijk voelt om welbekende liederen (teksten op buitengewoon geliefde melodieën) door de open poort van de eigen taal regelrecht op jezelf af te horen komen. Het kan dan al gauw direct-emotioneler worden en minder gecultiveerd-afstandelijk zoals het zingen in vreemde taal dat per definitie is. Bovendien, valt de beeldtaal van een dichter uit het begin van de 19de eeuw wel over te hevelen, in het Nederlands, naar het gevoel van vroeg-21ste eeuwse luisteraars? En een daadgerichte taal als het Nederlands; kun je daarin wel gevoelswaarden van het veelal 'schwärmerische' Duits onderbrengen? Jan Rot's vermaakte c.q. hertaalde teksten van Wilhelm Müller roepen - vooral vanwege de sublieme cd-uitvoering door zanger Maarten Koningsberger - een andere wereld op dan ik tot nu toe van Die Winterreise ken. In plaats van een excistentieel-zwaarmoedige muzikale 'reis' in 24 afleveringen naar de dood (dit sfeerbeeld komt vaak in 'normale' uitvoeringen van Schubert's fenomenale toonzettingen naar voren) - waarvan de onderstroom het woord 'passie' is, dat overigens zowel hartstocht als lijden betekent - heeft Rot in zijn woordkeuzes vooral de menselijke maat van nú willen treffen, waarin hij op een weergaloze manier is geslaagd. Enkele voorbeelden slechts. Klinkt het bij Müller, in het origineel, zo: Müller: 'Fremd bin ich eingezogen, fremd ziehích wieder aus' Inderdaad, letterlijke vertalingen door Rot van Müller's originelen zijn het
niet. Maar hoe kan dit waagstuk - zoals Rot's Schubert-avontuur in klassieke
kringen ongetwijfeld geduid zal worden - dan toch met 'uitermate geslaagd'
worden gekwalificeerd? Dit alles is natuurlijk niet vreemd voor een kunstenaar die zelf, als 'lichte' zanger, van wanten weet als het gaat om het bedenken van goede teksten bij goede muzieknoten, en omgekeerd. |