Goedzak op slechte pad
|
Als je een hit hebt gescoord, gaan alle deuren open in Hollywood. Welke deur je ook kiest, een meesterwerk overtreffen, lijkt haast onmogelijk. Truman Show-man Niccol vergreep zich vorige week aan S1mØne. Wat Memento-meester Nolan volgende week met Insomnia doet, is nog de vraag. In dit rijtje passen ook Magnolia-maker Anderson en Being John Malkovich-bedenker Jonze, maar die zijn over een half jaar pas aan de beurt. Deze week in de serie ‘Hoe maak je een tweede meesterwerk’, American Beauty-regisseur Sam Mendes met zijn nieuwe film Road to Perdition. Perdition is een plaatsje in Kansas en betekent zoveel als ‘hel’ of ‘verdoemenis’. Toch denken de hoofdpersonen in de film er anders over; zij zijn juist op weg naar een hemels oord en verlossing. Michael Sullivan (Tom Hanks) lost zaakjes op voor vaderfiguur en maffiabaas John Rooney (Paul Newman). De echte zoon van John kan dat niet hebben en vermoord Michaels vrouw en jongste zoon. Michael Sullivan slaat met zijn overgebleven zoon Michael junior (Tyler Hoechlin) op de vlucht. Een grimmig verhaal van een gangster die door omstandigheden in de vaderrol gedrukt wordt. Road to Perdition heeft veel weg van de traditionele maffiafilm. Het draait om vertrouwen en loyaliteit van mannen onderling, met kogels voor degenen die dat vertrouwen breken. Het scenario is gebaseerd op het stripboek Hellevaart (vertaling van Road to Perdition, van Rayner en Collens) uit 1999, maar spelend in de jaren dertig. Nu was American Beauty al prachtig vormgegeven, hier hebben Sam Mendes en vaste cameraman Conrad Hall zich duidelijk positief laten beïnvloeden door de grimmige stripsfeer. De surreële combinatie van vorm en drama, die hierdoor ontstaat, levert enkele geniale scènes op. Tijdens diverse avondlijke afrekeningen regent het onnatuurlijke rechte stralen. Als vader en zoon Chicago inrijden, doen ze dat samen met enkele tientallen dezelfde auto’s netjes gechoreografeerd. Nog één voorbeeld: Michael junior neemt plaats in een wachtruimte tussen misschien wel honderd mannen in zwarte jassen, die de krant zitten te lezen. Wederom een onnatuurlijk stripachtig beeld. Als echter ingezoomd wordt op de tranen van Junior, wordt zijn drama vergroot door de afstandelijkheid van de repeterende wereld om hem heen. Naast dat dit de nieuwe Mendes is, is dit ook de film waarin Hanks eens geen goedzak speelt. Althans zo wordt Road to Perdition aangekondigd. Natuurlijk is het een zak, omdat hij huurmoordenaar is. Maar zo komt het niet over, want er zit een jongetje op de achterbank. Doordat we Hanks/Sullivan zien als vader die zijn zoon probeert te behoeden voor het criminele circuit, is de goedzak weer terug. You can run, you can hide maar je kunt je typecasting niet ontlopen. Als Hanks echt wil breken met het rolpatroon, moet hij Hannibal gaan spelen. Zijn spel in Road to Perdition is ’t net niet, hetgeen jammer genoeg ook voor Paul Newman geldt. Net niet, is eigenlijk ook het betreurenswaardige eindoordeel voor de film in z’n geheel. Dit ligt niet aan het behoorlijke spel, de goede vorm of het spannende (ietwat voorspelbare) verhaal. Waar spel, vorm en spanning samenkomen wringt er iets. De film mist een soort magic touch, waardoor er nu van identificatie of meeleven geen spraken is. Ondanks dat het geen tweede meesterwerk voor Mendes is, is Road to Perdition, volgend jaar maart, wel een zekere oscar-krijger. |