Voor vele Paaspopgangers bestaat het festival uit drie zaken: vrienden + bier = feest. Paaspopgangers zijn voor 90% Brabanders; geboren met een biertree in de hand en gekleed op modder. Tijdens het heen en weer lopen naar de tap kan een achtergrondmuziekje geen kwaad, moet sponsor ‘Biermerk H’ gedacht hebben. Die entertainment bestaat wederom uit drie zaken: herkenbare pop, harde muziek en wat algemene ontspanning voor als je de eerste twee zat bent. Ondergetekende reporter is geen doei-zegger, maar is meer van de randstedelijke-hoi en met z’n vijf biertjes per dag door de verzamelde Brabo’s uitgeroepen tot Bob van het festival. ’t Is maar dat u weet waardoor mijn onderstaande verslag (te weinig) beïnvloedt is.
Oorverdovend in uniform
De gespecialiseerde festivals daargelaten, toont Paaspop als één van de weinigen durf door veel harde bands op te stellen. En hard betekent het pure ouderwetse hard en het door andere genres beïnvloedde hard. Noem de hardrock van Pro-pain en Gluecifer en de punk van The Apers en Mad Sin of de crossover van League of XO Gentleman en de galmrock van Within Temptation.
De Heideroosjes komen op, allen gekleed in zwart shirt met opdruk SIN. Ze spelen naast veel nieuw werk ook hun klassieker Teringtyfuskankertrut speciaal voor "die lange" van de beveiliging. ‘Weet je wat het met Pasen is,’ preekt zanger Roelofs ‘Dan zijn er veel festivals. En dat staat niet in de bijbel.’ De schuldbewuste drummer ontdoet zich van zijn shirt en zet de volgende song in.
Paaspop is niet alleen aardig voor hard, maar ook voor lokaal hard. Onder auspiciën van Brabantpop staat Bullseye Powerrock uit het naburige Veghel een partijtje bejaarden hardrock te spelen. Dat doe je opa Lemmy nog niet aan, laat staan kleinzoon Dave ‘Probot’ Grohl. Dan doen de Bredase gasten van Sk;rl het een stuk energieker. Alsof het thema dit jaar uniform is, hebben de muzikanten uniform een schoon wit shirt uit de kast getrokken. Ze rocken er Killing Joke-achtig op los en weten de eetzaal op te warmen voor meer. Niet meer eten echter, want de videokunstenaar voorziet het optreden van beelden uit de klassieke mangafilm Iron man 1 van Tetsu. Vermengt met close-ups van de band zien we Japanners en vleeshompen die met elkaar in gevecht raken… Vervreemdend maar tof.
Als hoofdact geprogrammeerd maakt Monster Magnet er een trip down memory lane van. Wat een ouderwetse cliché hardrock maken deze mannen. Dat doen ze dan wel weer goed, maar aan mij is het niet besteed. In feite weet je al genoeg als je de broek van de zanger ziet; leer met de rits tussen de benen door naar achteren. Dat naderhand een oververhitte gitarist door de EHBO behandeld wordt, verbaasd me dan ook niets. De meeste sympathie gaat in dit genre uit naar twee drietallen. Danko Jones is een boos kijkende rocker die snoeihard eigenlijk gewoon rock ’n roll speelt. ‘How many off you are form the city’(Ik steek netjes mijn hand op) ‘And how many from the country.’ (de rest van de tent lalt iets van JEUEU richting podium). Zijn band zet voor dovemansoren I love living in the city in. Ondanks kwaliteit verveeld ook deze muziek na een half uur door eenzijdigheid. Het trio Dead Moon toont in al zijn eerlijkheid hoe garagerock ook kan agen. De bassiste is een oude tante van Patti Smith, de drummer is een gezichtloos, langharig lid van The Adams family en de zanger zou de vader van Iggy Pop kunnen zijn. Het rammelt aan alle kanten, er loopt wel eens een roadie dromend het podium op, maar het is heerlijk zonder opsmuk. Althans als je de brandende kaars op de basdrum niet meetelt.
Interactie met een non
Ter ontspanning of om aan de muziek te ontsnappen vult het theater haar podium met degelijke comedy-acts als Enge Buren, Ashton Brothers en Boom Chicago. Jammer genoeg krijgen ook B-artiesten hun kans. En dan heb ik het niet over B-artiesten die zo campy zijn dat het weer leuk is. De Smartlappenrevue waarbij een stelletje witte Yoyo’s (Alles Rap) klassiekers verrapt is van alle humor gespeend. Niet meer dan slecht uitgevoerde trucs. De festivalgangers gebruiken de zaal dan ook vooral om even te kunnen zitten.
De interactieve pauzenummers zijn beter te pruimen. De Popquiz trekt veel eters in de restolounge en zowaar enkele echte popkenners. Aan de Luchtgitaarwedstijd is te zien dat er veel meer geniale muzikanten zijn dan instrumenten. En tijdens Live-Idols zingen wat dronkelappen, wat vrijgezellefeestvierders en zelfs enkele talenten voor wat ze waard zijn. De fun-act die het best reclame voor zichzelf maakt is de Band zonder Banaan. Al jaren loopt half festivalgaand Nederland in komische t-shirts van de BZB. Hun feestshow trekt in thuisland Brabant dan ook een volle tent zelfs het Hallelujah wordt uit volle borst meegezongen. Een giga opblaasnon kijkt vanachter de drums het publiek in en ziet dat het goed is.
Post-natale pop
Wat pure popmuziek betreft speelt Paaspop vooral op safe. Vooral grote wat oudere namen mogen aantreden. Het wordt tijd dat ook Luie Hond eens een grote naam wordt. Ze warmen op de zaterdag het publiek op met hun Nederska en reggae. ‘Misschien is het nog een beetje vroeg, maar onze muziek laat zich het beste consumeren met ’n beetje buitenwiet.’ Heerlijk bandje. Van dik hout staan op een kritiek punt in hun carrière. Ze hebben commercieel nog even aardig zaken gedaan met de Poema’s, maar nu moeten ze weer op eigen benen verder. Hun fans worden ouder en haken af. Opvallend genoeg is de band niet ingekakt en spelen ze niet een greatest hits op de automaat. Ze staan lekker stevig te rocken en doen een goede nieuwe song (Lege handen) en weten het publiek te raken. Zo schiet een meisje achter mij in een huilbui bij de afsluiter: ‘laat ’t gaan, laat ’t vallen, laat ’t los.’
De jongens van Di-rect spelen vroeg op de zondag. Ze moeten nog naar een ander Paaspop, waar het publiek lang niet zo leuk is beweren ze op voorhand. De band beheerst het cool-zijn als geen ander. De gelikte songs en gelikte rock-maniertjes (ga naar The School of Rock als je ze ook wilt leren) passen toch het beste bij jonge gasten. En dat ze zich vergrijpen aan de Doe Maar hit Sinds een dag of twee (23 jaar!) vergeef je ze als ze met The Who’s My Generation stuiterend afsluiten.
Ilse de Lange brengt uitstuitermuziek. Ze moet de rustigste artiest van de hele line-up zijn. Heel wat Brabo’s komen tot hun positieven tijdens haar set en daar zijn ze niet blij mee. De Lange gedijd beter op een buitenfestival, om liggend in de zon van te kunnen genieten. Want ondanks dat ze met haar band erg goed speelt, roezemoest de tent op volle sterkte door prachtsongs als All the answers heen.
De enige echte verrassing van Paaspop 2004 komt van Intwine. Hun muziek is meer dan hun Creed-achtige singles doen geloven. De reggae en funkinvloeden doen zelfs denken aan een crossoverband als Living Colour. Niet dat ze al op dat niveau zitten, maar in potentie zit het erin. Wat je bij Idols, sorry op de rockacademie, allemaal niet kunt leren!
Over Idols gesproken, Anouk is geheel terug van haar reguliere zwangerschapsverlof. En voor Anouk geen post-natale-dip! En mocht het wel zo zijn, dan rockt ze het er wel uit. Ze brengt met drie gitaristen en drummer een bluesrockset met veel songs van Graduated fool. Anouk is overduidelijk blij weer op een podium te staan. Als ze tot slot vier meiden uit het publiek haalt om afsluiter Nobody’s wife te zingen, gaan zowel Anouk, als de vier vals zingende idols en het publiek uit hun dak.
Ricco van Nierop