print deze pagina

Darwin toegepast op Du Perron



Auteur: Kees Snoek m.m.v. Tim Timmers
Titel: Manhafte heren en rijke erfdochters, Het voorgeslacht van E. du Perron op Java
ISBN: 906718 221 4
Uitgeverij: KITLV
Datum bespreking: 16-12-2003
 
Manhafte heren en rijke erfdochters

De jaren dertig waren in meerdere opzichten een dieptepunt in de westerse maatschappij. De zware economische crisis, en in het kielzog daarvan het morele verval dat zich manifesteerde in de opkomst van Hitler in Duitsland, gaven weinig reden tot optimisme. De Nederlandse cultuur maakte (misschien onder invloed daarvan?) een bloeiperiode door, met belangrijke architecten (Berlage), schilders (Mondriaan) en schrijvers (Slauerhoff, Ter Braak, Du Perron). Er gaat een vreemd soort romantiek uit van fotomateriaal uit die tijd; intellectuelen met hoeden die niet weten, en dat ook niet kunnen, welke afschuwelijke oorlog op ze af komt, maar er wel een vaag vermoeden van hebben. Menno ter Braak (1900-1940), die in de tweedelige biografie van Léon Hanssen nadrukkelijk werd geportretteerd als Europees denker en schrijver, pleegde zelfmoord op de dag van de Nederlandse capitulatie. Zijn boezemvriend en strijdmakker E. du Perron (1899-1940) stierf dezelfde dag aan een hartaanval.

Voorjaar 2004 verschijnt ook van Du Perron een lijvige biografie, geschreven door Kees Snoek. En ik zou haast zeggen: het werd tijd. Niet alleen behoort deze zeer productieve schrijver tot de beste die Nederland ooit gekend heeft; zijn rol als antifascist in het Interbellum en zijn invloed op de na-oorlogse literatuur is, hoewel niet onomstreden, een niet te ontkennen bijdrage aan de Nederlandse cultuur. Bij nader inzien van Voskuil verhaalt daar mooi over; ook de afrekening met Du Perron die Willem Frederik Hermans in Mandarijnen op zwavelzuur optekende, is illustratief. Met het eerbetoon aan Ter Braak dat al enige jaren in de boekhandels ligt (en sinds kort in pocketuitvoering), is het niet meer dan terecht dat Du Perron eenzelfde monument krijgt. Maar zo ver is het nog niet. Recent verscheen bij het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (KITLV) echter een voorproefje: Manhafte heren en rijke erfdochters, een gedetailleerde beschrijving van het voorgeslacht van E. du Perron op Java.

Roman voor Jane

Du Perron, als kind van Nederlandse ouders geboren in voormalig Nederlands-Indië, had zelf een buitengewone belangstelling voor zijn eigen voorgeslacht. Enkele beginhoofdstukken uit zijn meesterwerk Het land van Herkomst (1935) zijn uitputtende beschrijvingen van de geschiedenis van zijn eigen voorouders. De beschrijving heeft een belangrijke literaire functie in de roman. Het land van herkomst is een verzameling beschouwingen, gesprekken en brieven die het alter-ego van Du Perron (Arthur Ducroo in de roman) schrijft aan zijn vrouw ‘Jane’ (Elisabeth de Roos). Hij wil zichzelf hiermee ten opzichte van haar verklaren, hij wil zich blootgeven. Al zijn erotische escapades passeren de revue, maar ook zijn financiële problemen als gevolg van de crisis, zijn houding tegenover de kolonie en zijn bezorgdheid over de politieke situatie. De beschrijving van zijn voorgeslacht moet zijn eigen karakter (met alle scherpe randjes) gedeeltelijk verklaren.

Ook na voltooiing van de roman heeft Du Perron nog menig uur in archieven zitten spitten om details over zijn voorgeslacht te weten te komen. Hij was van plan om dit materiaal te gebruiken voor het vervolg op Het land van herkomst. Van dit boek, dat als werktitel Terug en terug had, is door de vroege dood van Du Perron weinig meer overgebleven dan een stapeltje aantekeningen. Het volledige verhaal van zijn voorgeslacht is daardoor nooit op papier gezet. Met de publicatie van Manhafte heren en rijke erfdochters. Het voorgeslacht van E. du Perron op Java is dit eindelijk alsnog gebeurd. Het boek is een uitputtend verslag van de stamboom van Du Perron en de vertakkingen daarvan geworden, vanaf halverwege de zeventiende eeuw tot het begin van de twintigste (het boek eindigt bijde ouders van E. du Perron). Een keur aan kleurrijke figuren wordt beschreven.

Slippertje op de ‘Marij en Hillegonda’

Het is in Kees Snoek te prijzen dat hij telkens de juiste ingang heeft om een schat aan informatie te verkrijgen. Dit boek is tot stand gekomen met hulp van de heer W. Timmers, een nazaat van een tante van Du Perron, die een omvangrijk archief had aangelegd over de genealogie van de familie Du Perron. Het aanvullende speurwerk moet toch nog omvangrijk zijn geweest, en dit alles heeft geresulteerd in 76 pagina’s details over het geslacht. Juist de minieme details die boven water zijn gehaald, zijn indrukwekkend. Ik kan me voorstellen dat het bedrag waarvoor ene Augustijn Michiels (met de bijnaam ‘Majoor Jantje’) het landgoed Tjitrap in 1817 aanschafte (f 91.000,-) na enig speuren wel in een Indonesisch gemeentelijk archief te vinden moet zijn. Het slippertje tussen Petrus Menu en Wendelina van Kempen aan boord van het schip ‘Marij en Hillegonda’ in april 1825, waaruit Adelaïde Elizabeth werd geboren, moet in al zijn details heel wat meer arbeid gevergd hebben.

Het boek is in een heldere stijl geschreven, maar vormt desondanks taaie lectuur voor degenen die geen speciale interesse hebben voor het voorgeslacht van de grote schrijver (en dat zijn er veel; het boek heeft weinig kans een bestseller te worden). We lezen over veel mensen van divers pluimage en hun levens zijn allesbehalve saai. Maar een zekere alledaagsheid is -in alle kleurrijkheid en dramatiek- toch onmiskenbaar aanwezig: men trouwt, gaat vreemd, koopt een landgoed en sterft jong. Fascinerend is wel het beeld van het koloniale Nederlands Indië in de achttiende en negentiende eeuw, dat tussen neus en lippen wordt opgeroepen - met alle idylle, adel, achterbaksheid en bloedvergieten die daar onlosmakelijk aan verbonden is. Maar het boek is vooral fascinerend als verslag van het onderzoek, de zoektocht naar al die vergeten levens.

Hoe de in dit boek beschreven personen zich verhouden tot de schrijver E. du Perron, weten we pas als de biografie er ligt. Du Perron had een moeilijk karakter; het opvliegerige en bij vlagen dogmatische dat we van hem kennen, is af en toe ook in zijn familie te bespeuren. Of er sprake is van een direct Darwinistisch verband, moeten we nog even afwachten. Wel valt al met zekerheid te zeggen, dat de zeven hoofdstukken van Manhafte heren en rijke erfdochters eindeloos uitgebreider zijn dan de hoofdstukken over het hetzelfde voorgeslacht in Het land van herkomst. En deze waren al verre van summier. Dat belooft iets voor de biografie, waar in ieder geval ik met spanning naar uitkijk. Du Perron doet in zijn beroemde roman op monumentale manier verslag van zijn eigen leven. Als Kees Snoek zijn onderwerp in de biografie op vergelijkbare wijze naar de kroon steekt, dan kunnen wij, die het boek straks alleen maar hoeven te kopen en te lezen, ons zeer gelukkig prijzen.

Edwin Fagel


 
Niets van deze pagina's mag worden overgenomen zonder uitdrukkelijke toestemming van de auteur.
copyright © de Recensent 2000-2004