TEGEN, maar dan leuk
|
Wie Michael Moore niet van zijn programma TV-nation kent, kent hem wel van The awful truth. Programma’s waarin hij het voor de kleine man opneemt tegen grote ondernemingen. Als je dit niets zegt, dan ken je hem vast van zijn sterke documentaire Bowling for Columbine over de wapengekte in de USA. Gaat er nog steeds geen bel rinkelen? Michael Moore is de man die bij de laatste Oscars fel uithaalde naar de fictieve president Bush en zijn vuile oorlog die om fictieve redenen gevoerd werd. Bij de Oscar-uitreiking maakte de man definitief naam bij het grote publiek. De Arbeiderspers heeft met het uitbrengen van zijn laatste boek gewacht tot na die uitreiking. Slim, want zo kun je die publiciteit mooi meepikken. Moore’s Amerikaanse uitgeverij was wat minder slim. Die wilde zijn boek in het geheel niet uitbrengen, omdat het net 11 september was geweest en je dan niet negatief over Bush mocht spreken. Dankzij een stoere bibliothecaresse werd de uitgever onder druk gezet en kwam het boek alsnog uit. Met als gevolg dat het in 2002 de best verkochte non-fictie titel in de US kon worden. Conservatief record Het boek is een lange goed onderbouwde komische aanklacht tegen het Amerika van vandaag. Komisch en ironisch, maar zeker ook serieus bedoeld. De stupid white men uit de titel zijn de mannen en vrouwen rondom Bush. Mannen die het voor het zeggen hebben, die zorgen dat ze rijker worden van hun machtspositie. Moore nagelt al deze mannen aan de schandpaal, bekogelt ze met geinig geformuleerde gegevens; voormalig oliebaron en huidig vice president Dick Cheney is recordhouder conservatief stemmen; tegen gelijke rechten, tegen peuterspeelzalen in achterstandswijken, tegen een resolutie om Mandela vrij te krijgen, tegen financiering van abortus (zelfs na verkrachting of incest). Op deze wijze behandeld hij de gehele zittende regering. President Bush krijgt extra aandacht waarbij zijn verleden, maar vooral zijn acties als president worden belicht. Dood aan de blanken Hoewel het komisch en terecht is om deze hooggeplaatste personen te bekogelen met treurige feiten, gaat de lol er wat van af als Moore zichzelf gaat herhalen. Vooral in zijn kritiek op Bush (sr en vooral jr) heb ik het, ondanks de grondige hekel die ik met de auteur deel, wel gehad na vier hoofdstukken. Broeikaseffect: neem zwemles In alle hoofdstukken schopt Moore tegen het establishment, maar de delen waarin hij meer aandacht aan het probleem besteedt dan aan het schoppen, zijn het best. Dood aan de blanken is daarvan een voorbeeld, maar ook Leuke planeet, niemand thuis over de milieuverontreiniging. Overigens is hij zelf (volgens Moore) de grootste bedreiging voor het milieu. Achterlijk land behandelt de belabberde staat van het onderwijs in het land waar de president niet weet hoe zijn collega in India heet. Zou het niet leuk zijn als we in Nederland ook zo’n Moore-figuur zouden hebben. Die de sorrie-cultuur van de politiek aanpakt, de bouwfraudeurs echt laat boeten, de draaikonten als Balkenende en Bos eens de mond snoert of de bureaucratie in zorg en overheid eens opschudt. Nu hebben we hier gelukkig niet alle problemen van het doorgeschoten Amerika, maar een zorgstaat heeft zo zijn eigen onzin, zijn eigen stomme witte mannen en gedupeerde zwarte lesbische bijstandsmoeders met een handicap. |