de Recensent 08-07-01
 
 
 
 
 
 
 
 
 

"Roep om een makelaar in blik"

Een tempel van blik

Stel je eens voor dat je in een huis woont dat in zijn geheel is opgetrokken uit blik en is gesitueerd in een immense kale vlakte. Jij, als bewoner van dit huis bent intens gelukkig met dit kluizenaarsbestaan en de beslommeringen die het wonen in een huis van blik met zich meebrengen. Plots begint je buurman hoog op te geven over een persoon die 'ginds' woont en er geweldige ideeën op na blijkt te houden. Het is je onduidelijk waarom het wonen in een blikken stad in een ravijn je altijd al een utopie heeft geleken, maar nu de grote onbekende dit wil realiseren, moet je er het mijne van weten.
Eenmaal aangekomen aan de oever van het ravijn in aanbouw ontmoet je een leger van discipelen van 'de grote onbekende van daarginds.' Al snel krijg je begrip voor de volgelingen als je de grote charismatische leider zelf ontmoet. Maar zijn macht is tanende wanneer hij onthult dat bouwen met blik een achterhaalde techniek is; er dient vanaf heden gebouwd te worden met steen, zo luidt het motto. De volgelingen voelen zich bedrogen, hun droom: het wonen in een huis van blik, wordt kordaat de grond ingestampt. Als geroutineerd blikbewoner weet je dat er nadelen kleven aan het wonen in een huis van blik. Een huis van steen is immers een veel solidere oplossing. Plots zijn de rollen omgedraaid en bent u de volgeling en de volgelingen afvalligen…

Bovenstaande relaas is in hoofdlijnen wat er zich afspeelt op de 182 bladzijden van Magnus Mills' nieuwste roman 'Three to see the king' ('Een tempel van blik' in vertaling.)
De roman bevat nogal wat religieuze verwijzingen - met name uit het oude testament van het heilige boek. Mills, zelf overtuigd atheïst, wil hier vooral een cynische toon raken. Zo kan je concluderen, zonder al teveel van de plot te verraden, dat de discipelen waarschijnlijk in de verkeerde persoon een Christus zagen ofwel waren zij een stel onnozelaars.
Magnus Mills Desalniettemin had dit boek een bijbel kunnen zijn, de bijbel der minimalisten welteverstaan. De personages, maar vooral hun nietige leventjes, worden zo treffend beschreven, dat de roep om een makelaar in blikken huizen bijna aannemelijk wordt. Toch zit die boodschap te zeer verstopt in dit magistraal geschreven stuk proza, om daadwerkelijk tot uiting te willen komen. Het zijn vooral de tekortkomingen van de personages die Mills vet wenst te onderstrepen. Neem nu de anoniem gebleven verteller, die uit overtuiging mensen mijdt als de pest. Bij iedere nieuwe ontmoeting schikt de man zich in, om later tot de conclusie te komen dat zijn leven er alleen maar rijker door is geworden. Zulk een zelfbedrog lijkt absurd maar komt natuurlijk niet alleen voor in de fabels van Mills. Als lezer word je constant blootgesteld aan dit soort filosofische overpeinzingen. Van passief lezen is er in de blikken tempel van Mills geen plaats. Het is dan ook verrekte moeilijk om het boek uiteindelijk dicht te slaan. Er blijven te veel vragen in het hoofd rondspoken en aldus slaat de lezer het boek vanzelf weer op bladzijde 1 open.
   Magnus Mills is wellicht niet direct de letterenjongleur die je je bij een moderne schrijver voorstelt - zijn sobere en ingetogen zinsopbouw verraad hieromtrent genoeg - maar is als stilist en fantasierijk verhalenverteller wel degelijk eenzaam in zijn soort. 'Three to see the king' is dan ook veruit het beste dat ik in maanden heb gelezen; onderhoudend, fantasierijk en zeer, zeer meeslepend. Een auteur die met een nihil gegeven als het wonen in een huis van blik, zo'n grootse roman weet te schrijven is in mijn ogen waarlijk een kunstenaar.


 
Erwin van Wouw
 
 
terug naar de hoofdpagina