de Recensent 28-01-01
 
 

Klaas:


 
 
 

leuk, grappig, aandoenlijk en erg muzikaal

Cabaretprogramma 'Extreem!' door Klaas. Gezien in het Cultureel Centrum te Harderwijk op woensdagavond 24 januari 2001. Klik hier voor komende optredens.

Klaas

Cabaret is hot. Niet zo raar voor een typisch Nederlands verschijnsel. De Vara scoort al jaren hoge ogen met cabaretuitzendingen, zowel op radio en televisie, en de laatste jaren hebben ook de andere omroepen en commerciele zenders het cabaret ontdekt om de kijker reclame te kunnen verkopen. Cabaretvoorstellingen zijn doorgaans uitverkocht en her en der schieten festivals uit de grond om het nieuwe talent een kans te geven. Een lucratieve business dus, hetgeen helaas lang niet altijd garant staat voor kwaliteit. In de hijgerige jacht op het grote geld worden jonge cabaretiers maar al te vaak te snel in het diepe gegooid voordat ze zich in kleine zaaltjes hebben kunnen ontplooien, en even zo snel (of sneller) weer afgevoerd wegens het uitblijven van succes.
Gelukkig kent elke regel zijn uitzonderingen. Een goed voorbeeld van zo'n uitzondering is Klaas (van der Eerden), in 1999 winnaar van de jury- en publieksprijs van het Amsterdams Kleinkunst Festival.

Het aanplakbiljet toont een agressief ogende jongeman met een dwarsfluit in zijn hand. De titel van het programma is 'Extreem!'. De show begint met keiharde heavy-metal en een dreigend heen en weer lopende Klaas. Als de muziek stopt zegt hij doodleuk 'hoi'. Vanaf dat moment is het 'gevaar' geweken, althans ik heb weinig extreems kunnen ontdekken. Het affiche is enigzins misleidend: Klaas is niet agressief noch buitengewoon grof, zeker niet in vergelijking met (jonge) collega's als Hans Teeuwen en Theo Maassen. Als hij op een gegeven moment tegen iemand in de zaal van wie de mobiele telefoon afgaat zegt 'Wacht maar, ik kom zo bij je', doet dat eerder aandoenlijk dan 'bedreigend' aan. Klaas mist eenvoudigweg nog de persoonlijkheid die een Youp van 't Hek wel heeft. Het lijkt of hij zich nog net niet thuis genoeg voelt op het podium om ècht indruk te maken. Het is eerder of je zit te kijken en luisteren naar een wat stoutmoedige, baldadige puber die de grenzen van zijn ouders probeert te verkennen.
Klaas En die 'ouders' in de zaal vinden dat leuk. Ze lachen om zijn imitatie van de witte neger. Een witte neger, want bij gebrek aan echte negers speelde Klaas vroeger op school voor witte neger omdat de meisjes daar zo dol op waren. Ook zijn improvisatietalent wordt beloond met een gulle lach. Na een gesprekje met twee mensen uit het publiek die allebei werkzaam zijn bij de belastingdienst en allebei uit Putten komen, zo blijkt, zingt hij spontaan een liedje over het echtpaar waarbij hij 'Putten' laat rijmen op 'kutten', zichzelf begeleidend aan de piano. Hier is duidelijk geen grootmeester met jarenlange ervaring aan het werk. Hier staat een jongen op het podium met een overduidelijk talent voor vertellen, humor en vooral muziek. Hij speelt dwarsfluit ("Dwarsfluit rules, motherfuckers!") onderwijl een prima staaltje 'human beatbox' ten beste gevend. En hij verbouwt op verzoek kinderliedjes tot een hilarische 'house-mix', hierbij enkel gebruik makend van zijn stem als 'human beatbox', terwijl zijn handen een denkbeeldige draaitafel bedienen. Een stem die overigens ook niet onverdienstelijk weet te rappen.

De voorstelling duurt 70 minuten (zonder pauze) die Klaas in sneltreinvaart van het ene onderwerp naar het andere brengt. Een echt thema is er in de voorstelling niet te ontdekken, voor een geëgageerde boodschap a la Neerlands Hoop ben je bij hem aan het verkeerde adres. Klaas is gewoon leuk, grappig, aandoenlijk en erg muzikaal. Maar extreem? Nee, daarvoor moet ie nog even dooroefenen.


 
Olaf Risee
 
 
terug naar hoofdpagina