de Recensent

17-02-'02


De blues van Jools


Jools Holland
Jools Holland is voornamelijk bekend van zijn late-night-muziek programma 'Later' op de BBC. In een grote studio ontvangt hij al jaren de groten der aarde. Gezien door een Britse bril. Naast dat programma is hij ook muzikant en bewees dat in vroeger jaren met Squeeze. Sinds de jaren negentig heeft hij het groter aangepakt. Hij formeerde een bigband, waarmee hij oude tijden doet herleven. Ondertussen nam hij met zijn Rhythm & Blues Orchestra en diverse gastzangers enkele CD's op. Met zijn laatste plaat maakt hij het wel erg bont. 'Small World Big Band' telt maar liefst 22 nummers en evenzoveel gastbijdragen en heeft een recordlengte van 79 minuten. Een avondvullend programma dus met 100% 'stoelen aan de kant en swingen maar'-garantie.

Bluesrock

Maar hoe wil je dat doen, met haast allemaal bleke Engelsen? Gaan we losjes doen in een strakke jas, of gooien we de das af en doen we een ginger en fred tussen de kamerstoelen. Geen van beide, want Holland houdt het behoorlijk rock. Zeker aan het begin van de plaat. Sting mag het bal openen met 'Seventh son'. Ja, dat swingt, hoewel het orkest ondergeschikt is aan de funk van de band. Maar dan komt George Harrison, met zijn laatste opname voor zijn dood. Hij brengt zijn 'Horse to the water', maar krijgt 'm niet aan het drinken. Unieke opname, oké, maar Harrison's stem past niet echt bij dit swingorkest. Paul Weller volgt een stuk ruiger, de voorzichtige eerste dansers gaan weer zitten. Toeters in de vorm van koperblazers en bellen in de vorm van vrouwenzang maken het tot een bluesfeestje, het woord blues niet waardig.

Schuifelen

Terwijl de James Browns en John Travoltas even hun kont van hun lijf hebben kunnen dansen op Wellers 'Will it go round in circles', zitten de mindere dansgoden nog aan de kant. En dat blijft wel even zo, want het is nog wat vroeg voor Sam Brown. Zij is vaste zangeres van Holland en doet waar ze goed in is, ze zingt met gepaste orkestrale begeleiding een ballade. Geen enkel paartje durft op haar 'Valentine Moon' te slowen. Schuifelen is misschien een beter woord. Net zoals 'lekker' en 'ouderwets' typeringen zijn die goed passen bij Holland. 'I put a spell on you' komt voorbij en zelfs een feestelijke Beatles-blues ('Revolution' door Stereophonics). Toch zijn het niet allemaal vertolkingen van klassiekers, Holland schreef zelf met Sam Brown en ook met Joe Strummer (Clash) nieuw bluesrepertoire in oud stramien.

One-dance-wonder

Jools Holland & his Rhythm & Blues Orchestra Ondertussen lappen de eerste dronkemannen hun laars aan de voorgeschreven danspassen op een nasale Dr. John. Zijn zompige stem wordt in 'The Hand that changed it's mind' afgewisseld met de iets te heldere stem van Jools. Een nummer waarbij iedereen de voeten van de vloer krijgt is 'Oranges and Lemons again' van Suggs. Hij zingt in zijn bekende Madness-stijl een erg goedkoop gearrangeerd niemendalletje. Het levert een makkelijk feestje op, maar als het balboekje vol is, zijn de meeste hem alweer totaal vergeten. Misschien is het ook wel een kunst om te vermaken en snel weer te worden vergeten.
De avond kan al niet meer stuk, al zou je van te voren denken dat er op blues helemaal niet gedanst kan worden. Iemand die deze stelling onderstreept en met duffe zang en gitaarspel beargumenteerd is armoedzaaier Mark Knopfler. Het is dat we ook voor zijn bijdrage betaald hebben, maar nodig hem niet uit als je een avondje wilt blueshousen. De gemoederen komen weer wat op orde als oude brombeer Van Morrison zich met de zaak bemoeit. Het orkest van Holland kan op dit oude Louis Armstrong nummer ('Back O' Town Blues') laten horen dat de bigbandjaren nog lang niet over zijn.

Zwart-wit

Pianist Jools Holland speelde vanaf zijn vijftiende in Squeeze, een pubrockbandje met een artistiekerige inslag. Oud collega Chris Difford krijgt van Holland hier de ruimte om een leuke originele 'Town and Country Rhythm and Blues' te spelen. Voor de dansers tijd om met lange halen hun partners naar zich toe te trekken en de lucht in te gooien. Vreemde eend in de bijt is John Cale. Bekend van The Velvet Underground en andere niet-dansbare muziek. Het is dat The Rhythm & Blues Orchestra zo zijn best doet, want van Cale valt weinig te verwachten. Hij heeft niet zoals dat heet een blanke zwarte stem, zoals bijvoorbeeld Daryll Hall die wel heeft, vanavond afwezig. Wel aanwezig, met een witte kop en een zwart strottehoofd, zijn Steve Winwood, Mick Hucknall, Paul Carrack en de eerder genoemde Paul Weller. Zij zorgen voor de soul op dit Engelse dansfeest. Hucknall van Simply Red doet T-Bone Walkers 'T-Bone Shuffle' en daar werd het ook net tijd voor. De shuffle is vooral later op de avond het beste medicijn voor vermoeide voeten, of voor eenieder die niet kan dansen: 'There's nothing wrong with you baby, that a good T-bone shuffle can't cure' De avond loopt op z'n einde. Het halve orkest zit al aan de bar en de overgebleven dansers hebben nummers op hun rug. Ze doen mee met de marathon, hebben enkele orkestleden met drank en geld overgehaald. De mini-bigband speelt met hulp van oudgediende Taj Mahal en Eric Clapton nog wat echte slome blues. Tot de laatste nummers aan toe.

Ricco van Nierop


>>
klik hier om terug te keren naar de hoofdpagina
<<