Negen lessen over de kracht van het gesproken woord
|
P>Zaterdagavond 3 april stelt gymnasium Haganum in Den Haag haar deuren open. Niet voor extra lessen, en ook niet een schoolavond, maar voor een heus festival. Netjes in tweetallen staan leerlingen, ouders en van die ‘gewone mensen’ voor de deur op het schoolplein. Klaar voor De kracht van het gesproken woord dat moet gaan klinken in tientallen klaslokalen in het oude gebouw. de Recensent volgt negen lessen en leert nog wat bij op de gang.
Les 1: 20:00 lokaal 13: Vroukje Tuinman & Frank Starik Les 2: 20:30 Muzieklokaal: Marike Jager Goed rooster zeg, nu al muziekles! En dat nog wel van de winnares van de Grote Prijs 2003. Marike Jager zingt zelfgebakken liedjes waarbij ze zichzelf op gitaar begeleidt. Sidekick Henk Jan Heuvelink mag wat jazzy op een orgeltje pielen. De les is duidelijk niet aan iedereen besteed. Een groepje jonge giechels zit achterin te keten, alsof het een doodnormale schooldag is. En dat terwijl Marike met een eo-glimlach haar songs brengt. Gezien de teksten is het niet god, maar gewoon de liefde die haar gezicht doet stralen. Het levert een zeer geslaagd optreden op. Les 2: Volg ook de Haagse vervolglessen op de Binnenach (29/4) en Music in my head (12/6). Les 3: 21:15 Scheikundelokaal: Remco Campert Hoofdmeester Remco Campert heeft deze titel niet voor niets. Het forse scheikundelokaal zit afgeladen als de innemendheid zelve achter een tafel plaats neemt. Hij leest uit Een liefde in Parijs, zijn jongste roman. Over billen en boulevards, terwijl de microscopen vanuit de vitrinekasten toekijken. De klas is gebiologeerd door de rustige vertel-tred die Campert aanhoudt. Als hij vervolgens nog wat bijles geeft in dichten, beginnen de flessen lachgas vanuit hun kasten te lekken, met wetmatige gevolgen. Prachtig om hem ‘Steden bij avond’ te horen voordragen. Prachtig om de groep toehoorders te horen glimlachen. En dan te bedenken dat Campert aan het eind van zijn tour zit en het eigenlijk wat zat is, als we zijn maandagmorgencolumn mogen geloven (Volkskrant, 5/4/4). Les 4: 21:45 Lokaal 12: Herman Frank Elke voordracht wordt geïntroduceerd door gymnasiasten die zich terdege hebben voorbereid op deze taak. Ze zijn goed gekleed, goed gekamd, van die echte gymnasiasten dus, een beetje van dat te vanzelfsprekende soort goed. De leraar die nu aan ons leerlingen wordt voorgesteld is nieuw voor mij. Acteur/cabaretier Herman Frank doet de 49 Stijloefeningen van Raymond Queneau. 49 keer achter elkaar hetzelfde verhaaltje maar dan in een andere stijl. De gastronomische versie verschilt enorm van de statistische en van de Utrechtse en helemaal van de dus-versie. Dus. Omdat de schoolbankzitters het verhaaltje na een keer of vier wel kennen, mag het een prestatie van Frank genoemd worden, dat ze ook tijdens de resterende versies bij de les blijven. Frank varieert niet alleen in tekst, maar haalt ook allerlei accenten uit de kast. Met nog twee korte tekstjes te gaan, interrumpeert de presentator van lokaal 12 hem echter; de volgende klas staat te wachten. Frank laat zich niet uit het veld slaan en hitst ons leerlingen op. Onder luid gejoel duwt hij de gymnasiast opzij en herhaalt zijn lesje nog twee maal, maar dan anders. Les 5: 22:00 Aula: Meindert Talma Meindert Talma had best zijn Negroes mee kunnen nemen, de Aula waar hij doceert is maar halfvol als hij begint. De vreemdsoortige maar zeer muzikale liedjes met droogkomische teksten zijn duidelijk niet aan gymnasiasten besteed. Steeksproefgewijs telt de Recensent er vijf in de aula, terwijl het aantal ‘gewone mensen’ ver boven het gemiddelde van deze avond ligt. Vooral wanneer Talma een verhaal over een -per ongeluk- hoerenbezoek voorleest uit zijn boek Kriebelvisje, ligt de helft van de zaal in een deuk. Gelukkig voor Talma betreft het de helft die aanwezig is. Les 6: 22:10 Lokaal 12: Nelleke Noordervliet Als iemand op haar plek is in dit klassieke schoolgebouw, dan is het hoofdjuf Noordervliet. Ze geeft een uitstekende voordracht door komische nieuwsberichten uit Giechelgak (gigelgak, chiegelgak, giegelgak?) voor te lezen. Ze glimlacht als de volgende docent haar lokaal binnenkomt. Zo kunnen Nelleke en Remco vanavond lekker op tijd weer naar Amsterdam. Les 6: Giechelgak wordt als volgt gespeld Giegelgak Les 7: 22:40 Lokaal 13: Paula Udondek Udondek is een bekend gezicht van tv, maar schijnt ook te schrijven. Het bewijs levert ze door haar Schilderswijksoap Dit leven gaat voorbij voor te dragen. Elk mogelijk accent uit die wijk, komt uit haar mond, maar ondanks deze variatie in spraakvaardigheid kan het mij niet boeien. Misschien slaat een verhaal uit de wijk gewoon niet aan op het gym. Misschien is het gewoon de vermoeidheid die na 6 lessen in mij is geslopen. Gelukkig gaat ook deze les voorbij… Les 8: 23:00 Practicumlokaal: Travelling Waverlies Onderweg naar de hal om pauze te houden, word ik getroffen door vier heren in het practicumlokaal van natuurkunde. Wie zijn het en wat doen ze daar? De Schotse Travelling Waverlies brengen poems en doen dat veelal al zingend met gitaar. Al heeft maar één van de mannen de solo, na een vers of twee zingt de rest soms wat out of tune ook mee. Ondanks de stijve bankjes, de dikke naslagwerken in de kasten en de veiligheidsdouche boven de ingang zit je in een Schotse bar mee te lallen met het viertal. Een prettige wijze om de pauze door te brengen. Les 9: 23:30 Gymzaal: Comedytrain Behalve dat het publiek nogal van het gymnasium is (denk daarbij vooral wat u wilt denken, maar ik zie slip-overs, shawltjes en coole gassies), kent het Haganum festival maar één echt probleem; de doorstroming. Voor de gymzaal staat een kleine 200 mensen in de gang te dringen om naar de Comedytrain te gaan luisteren. We kunnen de zaal niet in omdat die nog volzit met mensen. Die er niet uit kunnen. Dat is geen gym, maar natuurkunde: de wet van de communicerende vaten. Het echte probleem zit ‘m in het feit dat de twee groepen het elkaar niet duidelijk kunnen maken. Men moppert enkel. De kracht van het gesproken woord valt geheel weg als je alleen maar je naar de eigen groep luistert. |