![]() De Laatste Held of Rock 'n Roll als verlichting
Na ruim twintig jaar en één uitzondering (Met Hart en Ziel-1990-), scoren de Tröckener Kecks met het album >TK een bescheiden hit. De critici waren bijna unaniem positief gestemd over dit album en muziekkrant Oor sprak zelfs van 'het sterkste album uit hun bestaan'. Gesteund door het succes van het afgelopen jaar, zet zanger en tekstschrijver Rick de Leeuw (1960) nu zijn eerste schreden op het literaire pad. "Toen ik nog op kostschool zat, bestonden er voor mij maar twee categorieën mensen: voetballers en niet-voetballers. Jongens die op woensdagnamiddag binnen bleven om naar platen te luisteren, vond ik echte sukkels omdat ik dacht dat ze dat alleen maar deden omdat ze niet konden voetballen. Maar toen ik op 30 september '77 The Jam in Paradiso aan het werk zag, was ik op slag voor de muziek gewonnen. Voetbal werd plots iets voor mensen die The Jam nooit live hadden gezien." Het verhaal komt nogal moeilijk op gang, de eerste hoofdstukken laten zich vooral lezen als een soort 'Sjakie met de wondersloffen-achtig' jongensverhaal. Wat opvalt is dat de Leeuw, die zijn liedjesteksten altijd overstelpt met pompeus drama, in zijn proza veel minder bombastisch overkomt. Slechts een klein aantal Kecks-achtige oneliners doen aan de liedjesschrijver de Leeuw denken.![]() 'De eerste keer dat ik 'Kees de jongen' las was ik Kees zelf, een jongen met dezelfde angsten, een jongen met dezelfde dromen. De laatste keer had ik plotseling medelijden met hem. Kees was een jongen geworden die ik niet langer was. Een jongen die ik daarvoor helemaal niet gezien had'. Wat opvalt is dat de Leeuw, erg weinig aandacht heeft besteed aan de bestudering van het dialect van Johan Cruijff. De beroemde nr.14 lijkt me toch overduidelijk met het soort tongval behept, dat je ook in het geschreven woord goed zou moeten kunnen plaatsen. Zo niet de Leeuw, die stoot liever zijn 'laatste held' niet van de sokkel en laat hem keurig Nederlands praten. Erwin van Wouw |