Toltijd
STUKGELEZEN - De meest gelezen boeken hebben het zwaar bij hun tijdelijke bezitters. In hun korte doch roerige leven reist de bestseller van pukkel naar knapzak en verliest daarbij nogal eens wat ingewanden. Een dagje de ezelsoren ten ruste leggen is er niet bij.
De gemiddelde middelbare scholier leest verplicht, dus met tegenzin. Zou dat de wespentaille van menig topnotering uit leeslijsten kunnen verklaren of hebben deze werken ook wel degelijk iets te vertellen? Met deze vragen in het achterhoofd herleest de Recensent tien van deze stukgelezen boeken.

‘Wat heb je er veel meegebracht,’ zei mijn moeder, die aan ieder van ons een paar sterren uitdeelde.
‘Kon je er zoveel krijgen?’
‘O ja,‘ zei mijn vader, ‘zoveel ik maar wou.’
‘Het is wel gemakkelijk,’ zei ze. ‘Nu kunnen we er wat in reserve houden voor het zomergoed.’

Wranger en kariger kan de Jodenster-maatregel tijdens de bezetting in de Tweede Wereldoorlog bijna niet worden uitgedrukt. Marga Minco heeft soberheid tot stijl verheven. En juist de kaalheid van haar woorden en zinnen maken dat de gruwelijke inhoud van haar debuut uit 1957, Het Bittere Kruid, nog scherper naar voren komt.

Het verhaal is snel verteld: een Joods gezin wordt door de oorlog uiteengerukt en alleen de jongste dochter weet uiteindelijk als geblondeerd meisje met een nieuwe naam te overleven.
Alle bekende ingrediënten uit de oorlogsliteratuur passeren de revue: bezetting, Jodenster, razzia’s, de onderduik, identiteitsverandering. Het geheel doordrenkt van een jaren ’40 sfeertje waarin stijve omgangsvormen, truttigheid en traagheid de boventoon voeren.
Het is een verhaal waar de hedendaagse lezer inmiddels wel bekend mee is. Toch blijven de beschrijvingen in Het bittere kruid aangrijpend. Omdat ze eraan herinneren hoe snel een maatschappij kan veranderen en hoe dan, juist bij de mensen van wie je het ‘t minst verwacht, het slechtste boven kan komen.
Zo is er een hoofdstukje waarin het buurmeisje van de hoofdpersoon quasi-nonchalant allerlei bezittingen van haar ‘leent’ onder het mom: ‘Het zou zonde zijn als je al die leuke dingen hier liet staan.’
Hiertegenover staat dan weer een beschrijving van de verbazingwekkende naïviteit van de Joodse gemeenschap ten opzichte van wat hen te wachten staat. ‘Op de oproep stond ook nog dat we kampeerbekers mee moesten nemen. Dave zou ze in de stad gaan kopen.’ En nadat de hoofdpersoon en haar broer goedgeluimd de betreffende kampeerbekers hebben aangeschaft, laat Minco Dave zeggen: ‘Ik begrijp niet waarom de mensen ons zo bang maken. Wat zullen ze ons nu doen?’
Voor de lezer, die de beelden van de concentratiekampen, gaskamers en bergen haar en schoenen op zijn netvlies heeft, nogal een pijnlijke uitspraak…

Door de onderkoelde stijl is Het Bittere Kruid vergelijkbaar met de emotieloze de facto verslagen die zwaar getraumatiseerde mensen geven van de gebeurtenissen die hen zijn overkomen. Dit kan af en toe een vreemd soort ergernis opwekken; je zou de personages even flink door elkaar willen schudden: ‘Voel iets!’ De hoofdpersoon blijft bovendien steeds toeschouwer; naamloos, leeftijdsloos bijna, waardoor het soms moeilijk is om sympathie voor haar te voelen.
Maar ondanks dat is tussen de regels door het verdriet voelbaar. Want zoals ook uit bovenstaande voorbeelden blijkt, vindt Minco juist in het leven van alledag de symboliek voor haar verhaal.
In de scène waarin de hoofdpersoon te horen krijgt dat haar ouders zijn afgevoerd, laat Minco haar tegelijkertijd kijken naar een meisje dat aan het tollen is:

‘’t Is toltijd,’ zei ik.’
En even later, nadat de tol is platgetrapt door Duitse soldaten:
‘Terwijl ik door de draaideur naar buiten ging, stapte een Duitse soldaat naar binnen. We draaiden tegelijk.
Buiten stond het kind te huilen om haar tol.’

De tol is betaald: de ouders zijn weggenomen en in ruil daarvoor mag de hoofdpersoon blijven leven, wordt zij niet opgemerkt door de Duitse soldaat. Alleen het kind huilt nog om haar tol. Tot in de lengte der dagen. Zoals het bittere kruid uit de titel, dat op Seideravond wordt gegeten, tot in de lengte der dagen herinnert aan de uittocht van de Israëlieten uit Egypte, de nacht van hun bevrijding uit de Egyptische slavernij.

Het is bekend dat Het bittere kruid direct gebaseerd is op Minco’s persoonlijke ervaringen. Haar vader, moeder, zus, broer en schoonzus keerden nooit terug uit de kampen. Zij dook onder op het platteland en wist met geblondeerd haar en een nieuwe naam te overleven. Ze nam zelfs haar schuilnaam Marga tot schrijverspseudoniem. De oorlogsthematiek zou in haar werk en leven dan ook een hoofdrol blijven spelen. Zelf zei ze daarover: ‘…mijn thema is vaak: de oorlog. Of meer nog: de vereenzaming. Het gevoel alleen te staan in de wereld…
De oorlog heeft me geestelijk en fysiek aangegrepen. Ik kan er niet omheen. Ook als ik over iets anders wil schrijven, sluipt die oorlog soms het verhaal weer binnen…
De oorlog heeft mijn karakter gevormd, en vervormd.’

In haar debuut Het bittere kruid komen die oorlogsthematiek en gevoelens van gemis en eenzaamheid voor het eerst samen en laat Minco zien dat door een uitgebalanceerde, sobere stijl voorkomen kan worden dat een verhaal té persoonlijk of té dramatisch wordt. Bij haar vormt de oorlog een vruchtbare voedingsbodem voor literatuur van wereldformaat.

 

Melissande Lips