Een nieuwe Allen, verder niets |
Film: Anything Else Regisseur: Woody Allen Met: Woody Allen, Jason Biggs, Christina Ricci, Danny de Vito Datum bespreking: 31-05-2004 |
Volgens de ene krant is het de beste Woody Allen in tien jaar, volgens de andere is Anything Else niets bijzonders. Gewoon een Allen-film zoals hij ze ieder jaar maakt, met New York als decor en doorspekt met Allen-wijsheden die zo op een tegeltje kunnen. Het gekke is, beiden hebben gelijk: de eerste minuten zijn dodelijk traag, met Allen die op een bankje in het Central Park de ene na de andere oudbakken anekdote opdist. Een behoorlijk afhaakmoment, maar wie hier niet aan toegeeft, die wordt beloond. Want Woody Allen speelt in deze film nu eens niet zichzelf. Hij is David Dobel, toneelschrijver-in-ruste, die alles en iedereen om zich heen wantrouwt en ieder moment de ondergang van de wereld verwacht. Hij haat psychiaters, de eerste zielknijper die hij ooit ontmoette, zeurde zo door, dat Allen hem met een brandblusser te lijf ging. De jonge toneelschrijver Jerry Falk, een rol van Jason Biggs (bekend van de American Pie-films), is de Woody Allen zoals hij zou zijn als hij in 1978 geboren zou zijn: neurotisch, onzeker en volledig in de greep van een dominante vrouw. De introductie van die vrouw, Amanda, gespeeld door Christina Ricci, geeft de film pit en voorkomt dat het scenario verzandt in van die typische Allen-dialogen, waarvan de een de slappe lach krijgt, maar waarvan de ander de pointe volledig ontgaat. |
De gesprekken tussen Falk en Dobel, meestal in het Central Park, vormen de rode draad in de film. Gaandeweg krijgen ze een meer therapeutisch karakter. Dobel werpt zich op als een mentor van de jonge Falk en adviseert hem om zijn manager (Danny de Vito) de deur uit te gooien, geweren te kopen om zich te verdedigen tegen de ondergang van Manhatten en radicaal te breken met zijn vriendin. ‘Nu is ze nog moeilijk, straks wordt ze onmogelijk,’ zegt Dobel over Amanda, die met iedereen in bed belandt, maar het niet meer wil doen met Falk. Zoals in een echte Allen-film is het hoofdpersonage slachtoffer van dominante vrouwen. Falk wordt gesandwiched door Amanda en door haar cokesnuivende, alcoholistische moeder, die na de zoveelste mislukte relatie bij hen intrekt. De ruimte om te kunnen schrijven wordt letterlijk minder, de huiselijke chaos zorgt voor een aantal hilarische scènes, zeker als Dobel op visite komt. Falk vecht zich vrij, verbreekt alle banden en verhuist naar Californië. Wat er van Dobel komt, is onbekend. Het laatste wat we van hem zien, is als hij Falk ontmoet onder een brug in het park: iets te enthousiast zichzelf verdedigend, heeft hij iemand omgelegd. De plot is weer typisch Allen, het scenario zelf is tenminste goed voor een aantal lachsalvo’s. Maakt het nog iets uit voor de film dat Woody Allen nu eens niet zichzelf speelt? Volgens sommige recensenten niet, Jerry Falk is gewoon zijn alterego, met eenzelfde oudbakken smaak in jazz en dezelfde voorkeur voor filmsterren als Sophia Loren. Anderen menen dat het wel degelijk verrassend is, Falk is alleen fysiek al te imponerend om een echte sukkel te zijn zoals Allen. De laatsten hebben gelijk. |
Niets van deze pagina's mag worden overgenomen zonder uitdrukkelijke toestemming van de auteur. copyright © de Recensent 2000-2004 |