![]() Annie de ode Van Kooten Kees van Kooten (1941) is naast Tour De France liefhebber, talentloos duiker en ex-komiek van het roemruchte satirische duo Van Kooten & De Bie ook schrijver. Een uiterst getalenteerd schrijver, die -naar mijn mening- eigenlijk nooit genoeg erkenning heeft gekregen. Weliswaar won hij een aantal literaire prijzen (zoals de CPNB publieksprijs in 1987), maar nog altijd spreekt men over Van Kooten als 'de komiek die ook stukjes schrijft'. Romans als 'Veertig', 'Hedonia' en het vorig jaar verschenen 'Levensnevel', bewijzen dat Van Kooten gewoon een veelzijdig getalenteerd kunstenaar is die echt kan schrijven. Belangrijk onderwerp in Van Kootens repertoire is het gezin. Het gezin dat hij vormt samen met zijn vrouw Barbara, dochter Kim en zoon Kasper. Maar ook het gezin waarin hij opgroeide, heeft meer dan eens een rol gespeeld in zijn verhalen.![]() Bij de zelfkritiek
Dit zestig pagina's tellende boekje is opgedragen aan Anke, de zus van Kees. Met haar beleefde hij de laatste dagen van het leven van hun moeder van nabij. Een intens relaas over deze laatste dagen en een aantal liefdevolle herinneringen aan de jeugd draagt het verhaal. schrikken we als de ander ons niet tegenspreekt 'Zoals je vroeger pochte hoe sterk je vader was, zo voel ik nu de kinderlijke aandrang om tegen iedere passant op te scheppen hoe verschrikkelijk dapper mijn moeder ligt te overlijden. Op de vijfde verdieping van het ziekenhuis; gewoon met de deur en de gordijnen open en hoe er iedere dag meer duiven op de balkonleuning zitten te klokken onder een hemel die er vol wollige wolkjes uitziet als een gezonde longfoto. Die duiven kijken natuurlijk naar binnen, vertellen wij Annie, om te zien of dat misschien dezelfde mevrouw Van Kooten is die een kilometer verderop heeft gewoond en die elke vrijdagmiddag achter haar Rollator helemaal naar de Konmar op Scheveningen sjokte voor drie zakken van de goedkoopste rijst, om de honderdvijftig vanaf twee uur 's middags op de omringende balkons en vensterbanken klaarzittende vogels, sommige had zij een naam gegeven, elke dag exact om half vijf te kunnen voeren. Van Kooten kijkt terug en spreekt openhartig over schuldgevoelens. Een mooi voorbeeld daarvan is dat van de schrijversaspiraties waarmee Van Kooten zijn moeder zou helpen. Meer dan eens had hij haar beloofd gedichten en liedjesteksten voor te leggen aan uitgevers en zangers, maar nooit kwamen ze op de plaats van bestemming; ze eindigden in een grote schoenendoos met daarop de naam Annie, en dan uiteindelijk een half jaar na de dood van mevrouw Van Kooten Snaauw in dit prachtige requiem. 'Veel schrijvers kunnen pas met hun dode moeders verder leven als zij het hebben opgeschreven. Men houdt het meest van zijn vader en moeder wanneer zij zijn overleden en ons medelijden achteraf blijft onverminderd groeien'. Erwin van Wouw |