De vrouwen heit en ut bear zo kuul
|
Ja, en dan zit je met een probleem. Komt daar de mij voorheen onbekende Arno Adams in ich weit desse d'r bus met een prachtceedee, wil ik daar kond van doen, kan ik er alleen maar in kliesjees over praten. De muziek is zo mooi en toch zijn alle termen die ik ter omschrijving kan bedenken zo kliesjee. Dan denk ik aan 'nachtmuziek'. Ik denk aan 'dromerig' en 'verstild'. Ik denk aan kroegen en aan je favoriete merk whisky. Ik denk aan de herfst en ik denk aan donkerte en ik denk aan donkerbruin en ik denk aan doorleefd. En ik sla met mijn hoofd tegen de muur, want ik wil over deze muziek meer zeggen dan ik met dit soort holle frases kan doen. En wat kan ik verder nog zeggen dan? Dat de vergelijking met Tindersticks die distributeur Inbetweens zelf maakt niet helemaal op gaat? Dat Adams en Tindersticks wel een zelfde nachtclub-achtig sfeertje neerzetten, maar dat Adams muzikaal toch eerder verwant is aan de eerste twee platen van Tom Waits, of aan een band als Spain, of aan provinciegenoot Gé Reinders, of aan Lambchop zoals Lambchop klonk voor Kurt Wagner een klap van de molen kreeg en zich inbeeldde de incarnatie van Curtis Mayfield te zijn? Of zal ik nog zeggen dat een nummer als moeiste maedje zelfs iemand als Steve Westfield in herinnering roept? Moet ik nog Bill Cargill noemen? Of moet ik dat maar laten, want wie kent Bill Cargill nu helemaal, en bovendien, waar Cargill mij altijd tegenviel (er leek maar nooit uit te komen wat erin zat), weet Adams mij wel te overtuigen. Zal ik dan maar, in plaats van met Bill Cargill op de proppen te komen (vergeet die Cargill gelijk maar weer), erop wijzen dat waar de bio rept van somberte, ik de muziek van Arno Adams eerder troostrijk zou noemen? De wanhoop van acts als King Me, (ouwe) Smog, Palace Brothers, Iran, Dream City Film Club e.d. is hier afwezig, evenzo de berusting in je ellende zoals ik die proef bij Arab Strap. In de muziek van Adams lijkt er altijd nog wel een kroegje een beetje verderop te zijn, en je tast in je broekzakken en je haalt er wat vergeten euro's uit die samen genoeg zijn voor een dubbele whisky of twee (of drie, of vier), er is altijd nog wel een sprankeltje hoop, immers ut is wie ut is en weliswaar is de wereld voor slechts een paar een paradies en voor de meesten een groete hel, maar toch, de momenten waarop het allemaal klopt, de momenten waarop het mooier is, baeter nog den vreeje, zullen altijd weer komen en verder is ut alleen maar wie ut is. De muziek van Arno Adams heeft, bovenal, een prettige warmte. De warmte van de vrouwen heit en ut bear zo kuul. Er is wel weemoed en er is wel melankolie, veel zelfs, maar het is een prettig soort weemoed en een prettig soort melankolie, loutering, de fucking katarsis, ik zwets maar wat dames en heren, het is prettig hier te zijn, de regen tegen mijn raam en Adams op de speler en een kuul beartje zou het perfekt hebben gemaakt, ware het niet dat ik te lui ben om naar de ijskast te lopen. En misschien zou ik nog een beetje kunnen muggenziften, want wat is een recensent die niet muggenzift? Ik zou kunnen zeggen dat juist die warmte soms ook enigszins in het nadeel van Adams werkt en dat nummers als huel soms en de meule echtwaar wat slap zijn, glad, rimpelloos. Dat zou ik kunnen zeggen. Maar de algehele sfeer van ich weit desse d'r bus is veel te aangenaam, veel te koesterend voor dit soort gezeik en bovendien: kus mich dan is het allermooiste nummer uit de nederlandse muziekgeschiedenis, of nee, het op een na mooiste nummer, na Feel It van de immer prachtige Lalotje. En ik zou ook nog een beetje verder kunnen muggenziften en zeggen dat het jammer is dat een ceedeeboekje met teksten ontbreekt. Dat zou ik kunnen zeggen. Maar de algehele sfeer van ich weit desse d'r bus is veel te aangenaam, veel te koesterend voor dit soort gezeik en bovendien: sjaakmat is het allermooiste nummer uit de nederlandse muziekgeschiedenis, of nee, het op twee na mooiste nummer, na Feel It van de immer prachtige Lalotje en kus mich dan van Arno Adams. En zo Arno Adams zegt: dit leven is niet leuk, okee, ik heb wel eens lekker geneukt, een frietje met, een pretsigaret; zo zeg ik: het leven is niet leuk, maar we hebben ich weit desse d'r bus nog. En de obligate hidden track op dit album is eindelijk eens GOED en hoe vaak zijn hidden tracks goed en niet alleen maar flauw? En het gaat van kroeg naar kroeg, van vrouw naar vrouw, van nacht naar de andere nacht, en dan liggen associaties met je halve literatuurcollectie op de loer natuurlijk, maar bij Adams komt het godverdomme echt uit zijn tenen, en bij wie komt het heden ten dage nog uit de tenen? Zou ik kunnen zeggen, zou ik allemaal kunnen zeggen. Maar deze ceedee is veel te mooi om doorheen te praten, of het nu met holle frases is of met puntige en originele omschrijvingen. Dus hou ik mijn bek. En luister verder naar ich weit desse d'r bus. En dat zouden jullie beter ook doen. Allemaal. En wel nu. |